Het is verwonderlijk om te constateren dat heesters, die niet in het voorjaar bloeien relatief onbekend zijn bij tuinliefhebbers. Dat geldt zeker voor die struiken, die pas in de nazomer of herfst hun bloemen laten zien. Een schoolvoorbeeld hiervan is Clethra, die inderdaad pas in de periode augustus – september met een overdaad van witte bloempluimen is getooid. Behorend tot de familie Clethraceae is Clethra afkomstig uit Aziatische landen, zoals Japan.
Een toegift vormt de heerlijke geur, die soms de gehele tuin vult. En om
 |
| Clethra alnifolia (jonge scheuten zijn rood) |
|---|
deze plant nog eens extra aantrekkelijk te maken dienen de fel opgloeiende gele herfsttinten van het blad ook te worden vermeld. Ook in de literatuur komt deze struik er vaak bekaaid af: de bloeiwijze wordt vaak met een omschrijving als trosje of zelfs spriet afgedaan, terwijl een goed uitgegroeide struik er toch vaak mee overdekt kan zijn. Omdat Clethra in principe gemakkelijk groeit, zal de aanschaf van deze heester ook niet al te veel vergen.
Blad
Vrijwel bij alle soorten en cultivars groen en langwerpig toegespitst. In de herfst volgt er een verkleuring naar geel.
Bloemen
Verschijnen overvloedig in witte langwerpige trossen van ongeveer 6 tot 10 centimeter aan de struiken. Sommige cultivars en soorten hebben in de knop een roze zweem, maar bloeien later naar wit
 |
| Clethra alnifolia |
|---|
uit. Restanten van de bloei blijven vaak de hele winter aan de struik. De geur die de bloemen verspreiden is heerlijk. Het is dan ook niet verwonderlijk, dat ook vlinders en andere insecten deze heester in de tuin zeer weten te waarderen.
Hoogte/breedte
Deze gemakkelijk groeiende struik bereikt een hoogte van 2 meter bij dezelfde breedte. Sommige soorten, zoals Clethra arborea en Clethra barbinervis, kunnen zelfs de omvang en groeivorm van een kleine boom bereiken.
Standplaatseisen
Liefst aanplanten op humeuze grond, die vocht kan vasthouden. Dat betekent, dat deze heester in een gemiddelde tuin al goed uit de voeten kan, maar niet geschikt is voor kalkrijke kleigronden. Deze heester kan op een zonnige plaats worden aangeplant, maar kiest nog liever voor een plaats in halfschaduw. Clethra zal het derhalve als onderbeplanting bij transparante, licht doorlatende bomen prima doen. Zeewind wordt ook goed verdragen.
 |
 |
|
| Clethra alnifolia ‘Pink Spire’ | Clethra alnifolia ‘Rosea’ | |
|---|---|---|
 |
 |
|
| Clethra alnifolia ‘Ruby Spire’ in volle bloei |
Clethra alnifolia ‘Ruby Spire’ in najaarskleuren |
Soorten en cultvars
Clethra alnifolia is de soort, die als schijnels bekendstaat. Enkele bekende cultivars zijn ‘Clea’, meer compact groeiend met witte pluimen; ‘Paniculata’, een cultivar met zuiver witte, grotere bloemtrossen; ‘Rosea’, een cultivar die eerst roze bloeit, maar later weer naar wit verbloeit en ‘Pink Spire’, een verbeterde versie van ‘Rosea’.
Clethra alnifolia ‘Ruby Spire’ heeft daarentegen roodachtig aangelopen bloemen.
Clethra alnifolia ‘Hokie Pink’ is puur roze en houdt deze kleur ook vast.
Clethra alnifolia ‘Hummingbird’ is overladen met witte trossen en kent een compacte groeivorm.
Clethra barbinervis kan een grotere omvang bereiken en hoger uitgroeien dan C. alnifolia. Ook het blad is groter.
Clethra arborea, Clethra delavayi, Clethra fargesii en Clethra monostachya zijn echte liefhebbersplanten, maar nauwelijks in Nederland te vinden.
 |
 |
|
| Clethra alnifolia ‘Hokie Pink’ | Clethra alnifolia ‘Hummingbird’ | |
|---|---|---|
 |
 |
|
| Clethra alnifolia ‘Creel’s Calico’ | Clethra alnifolia ‘Ruby Spire’ Anne Bidwell |
