Waarmee moet je beginnen? Met de paden, de begrenzingen van de tuin of de plantjes? Zelden wordt geprobeerd er eens een tekening of voorstelling van te maken. De inrichting van de tuin – voor of achter – lijkt wel een bijzaak te zijn van wonen. Jammer, want een goede inrichting schept telkens weer het genoegen erin te verkeren, te werken en voorkomt ook onnodig veel onderhoudswerk. Een goede tuin is niet alleen een mooie tuin, het is vooral een verlengstuk van het huis; een echte buitenkamer waar het met mooi weer goed toeven is in een betoverende omgeving.
Grenzen bepalen de tuin | Terras en paden zijn functies |
---|
Als logisch gevolg ontstaan vlakken tussen paden en bij terras |
Hagen, terras, paden en vlakken formeren de tuin |
---|
de eerste stap:
meet de tuin op!
Niet de hele wijde omgeving is uw tuin en niet iedereen is familie van u. Dit gegeven bepaalt de noodzaak tot begrenzing van het eigen territorium. Zeker is dit het geval in steden waar de huizen dicht op elkaar staan. De afbakening van het eigen stukje grond is altijd wel keurig geregeld; bij een huurwoning of een koopwoning toch ten minste met behulp van wat paaltjes. En… dan sta je daar. Een lege woestijn met als opgave er iets (leuks) van te maken. Begin eerst eens met het opmeten van de lengte en de breedte van de tuin. Meet de lengte van alle zijden, de plaats van het schuurtje of de garage en vooral ook de plaats van een deur of schuifpui in de gevel, die toegang geeft tot de tuin. Maak een plattegrond van de tuin. Op een handige schaal, bijvoorbeeld 1 cm op de plattegrond is in werkelijkheid 50 cm.
de tweede stap:
denk na over wat je wilt doen en wat er in de tuin moet komen!
Net zo goed als erover nagedacht is, waar in het huis wordt geleefd, gekookt en geslapen of waar de beste plek voor het toilet is, zo moet er als eerste stap over worden nagedacht wat er zoal in de tuin gedaan kan worden. Het gaat dus om de inventarisatie van het gebruik van de tuin. De lijst zou kunnen bevatten: een terras, een border met vaste planten en éénjarige, een zandbak voor de kids, een plaats voor de vuilnisbak, een gazon, een vijver, een pad tussen de achterdeur en het schuurtje enz. Ofte wel de functies. Bekijk ook de ligging van de tuin met behulp van een kompas. Zon en schaduw bepalen waar je wilt zitten in de tuin en ook daarmee moet rekening worden gehouden bij het bepalen van waar het gazon of de border het beste kan komen.
de derde stap:
geef functies een plek in de tuin!
Logica is het recept voor de derde stap. Begin ermee ook goed na te denken over waar een functie het beste op z’n plaats is. De vuilnisbak helemaal achter in de tuin? Zou het niet handiger zijn als die vlak bij de keuken een plaatsje krijgt? Moet de vijver helemaal achter in de tuin als dit nu net je grote hobby is? Of moet die niet een meer prominente plek krijgen, omdat het zicht erop vanuit de woonkamer juist zo fraai zou zijn? Zou je het pad naar de schuur wel zigzaggend laten lopen als je er tientallen keren per dag naartoe loopt? Moet de border met die fraai bloeiende plantjes nou wel altijd langs de zijkanten ‘geplakt’ worden? Kortom, wat wil je wèl of niet zien. Waar komt wat en waarom. Functies een plaats geven heet ordenen en dat is vooral een zaak van praktisch zijn en logisch nadenken. Teken nu eens de bepaalde functies op de plattegrond. Dat kan gewoon door wat cirkels of blokken te tekenen. Niet elke functie is even groot. Kleine en grote plekken die beslag leggen op een gedeelte van de tui, zijn het gevolg.
de vierde stap:
ligging van paden en terras zijn een logisch gevolg van de functies
Zijn eenmaal de functies op een goede plek terechtgekomen, dan is de volgende stap om eens na te gaan hoe je daar(bij) kunt komen. Trek eens lijnen die een verbinding leggen tussen de noodzakelijk te bereiken functies. Maak je in eerste instantie niet druk over de breedte van zo’n pad. Belangrijk voor de hele indeling van de tuin is de ligging van één of meer terrassen. Dit kan een plek zijn direct grenzend aan het huis en/of achter in de tuin. Houd daarbij de bezonning goed in het oog. De grootte van een terras is afhankelijk van het aantal personen dat het gebruikt. Vuistregel is zo’n 2,2 m2 per persoon. Ook gasten willen zitten, dus maak het terras ruim genoeg.
Er is een groot verschil tussen een terras en een pad. Een pad is nodig om ergens bij te kunnen komen en het kan ‘lengte’ accentueren. Dit is een optisch foefje om de tuin ‘iets’ langer te laten lijken dan in werkelijkheid. Het geeft raffinement. In een kleine tuin is optisch bedrog van groot belang: kleuren en formaat van verhardingsmaterialen, texturen van planten etc. spelen daarin een grote rol. Het terras is vooral de plek waar je zit en waar vanaf je langdurig de tuin in of naar de tuin kunt kijken.
Vanaf het terras kijk je lange tijd naar de tuin | Een vijver naast het terras is een blikvanger |
---|
Naast de goede afmetingen van een terras is de nabijheid van planten of een vijver bijna een must. In een tuin met ruime afmetingen is een ‘aanliggend’ gazon heel bruikbaar voor de beleving van de tuin. Het platte vlak, dat een gazon is, vormt een zichtveld op de tuin (wanden en borders). Het geeft het idee van ruimte. Is de tuin klein, dan kunnen ‘suggererende’ diepte en lengte
Een vernauwing door een rozenboog verhoogt de ruimteljke spanning |
---|
onderdeel zijn van de inrichting.
Een opdeling van de tuin in direct behorend bij het huis en verder weg van het huis in de verhouding 1/3 – 2/3 werkt prima. De opdeling kan vorm worden gegeven door een haag of door transparante tuinschermen te plaatsen. Nog spannender wordt het wanneer op 1/3 van de tuinlengte de ‘wand’ echt boven ooghoogte uitsteekt. Plaatsing van een rozenboog of een als poort geknipte haag versterkt het effect van diepte en maakt de tuin tot een spannende beleving.
de vijfde stap:
teken alles in de juiste afmetingen
Alles heeft z’n afmetingen. Een terras voor vier personen meet al gauw 3.50 x 3.50 meter. Wanneer de breedte van de gevel groter is, is het uit ruimtelijk oogpunt misschien mooier om het terras over de volle breedte van de gevel te tekenen. De keuze om vakken daarin of daarlangs met planten te maken is dan de volgende stap. Een paadje van 60 cm breedte is voldoende voor het belopen door één persoon. Naast elkaar lopen vergt al gauw 120 cm. Een paadje tussen border en gazon (een opsluitrand) kan in een breedte van 20 cm, maar 40 cm is toch echt fraaier.
Stoei eens met deze simpele uitgangspunten. Probeer hoofdzaken dan van bijzaken te onderscheiden. Niet elk paadje is even belangrijk. Belangrijke paden maak je breder dan niet belangrijke; de opsluitrand van een border kan echt minder breed dan het pad naar de schuur. Hiermee tekent zich in hoofdlijnen de inrichting van tuin al af.