Quercus ilex, de steeneik

0
969

Hoewel de steeneik vooral in landen rond de Middellandse Zee voorkomt, kan hij als kleine boom of struik redelijk goed worden gebruikt in noordelijker streken en dan vooral in de kustgebieden. Als jonge boom is hij wel vorstgevoelig.

Steeneik (Quercus ilex) in een maquisbegroeiing

Op oudere leeftijd kan een temperatuur van -9 tot -12,5 °C worden verdragen.

De steeneik (Quercus ilex) is in gebieden, waar hij van nature voorkomt, vooral te vinden op droge grond, die kalkrijk is. Daar worden het kolossale bomen met een breed eironde kroon. Tot vijfentwintig meter hoog of meer worden ze daar. De steeneik komt voor in zo genoemde hardloofbossen (Durisilvae). Als struik is de steeneik ook aan te treffen in bosschages (maquis) en verruigte gebieden. Een mooie (onder)vegetatie van Quercus ilex met Pinus pinea is te vinden in de bossen van Migliarino (Italië). Door het hulstachtige blad (vandaar de tweede naam), dat scherp getand is, vormen de struiken een haast ondoordringbare hindernis in het landschap.
Oude bomen hebben naast getand blad ook gaafrandige bladen. Normaal zijn de bladen twee tot acht centimeter lang, leerachtig, glimmend en eirond tot lancetvormig van vorm. De onderzijde van het blad is witachtig bepoederd.

Bloeiwijze van de steeneik

Een steeneik is groenblijvend. De fraaie bloei en de eikels zijn de moeite waard om te worden gezien.

Een steeneik (Fagaceae) bloeit omstreeks mei met goudgele, manlijke katjes. Vrouwelijke bloemen zijn groenachtig en onopvallend. Na de bevruchting verschijnen vrij lange, één tot twee centimter grote eivormige eikels aan de jonge geelviltige twijgen van de boom of struik.
De steeneik is bijzonder goed bestand tegen wind en in het bijzonder zeewind. Een steeneik moet in ons klimaat op een beschutte plaats worden geplant. Kalkrijke klei- en zandgrond komt in aanmerking. De eerste jaren moet de boom/struik tegen vorst worden beschermd. Daarom moeten we de steeneik in onze contreien maar beschouwen als een exoot.

Hardloofbossen

Voor de bossen op aarde worden classificatiesystemen aangehouden. Naar het systeem van Brockmann-Jerosch en Rübel is in het Durisilvae xerophytisch en sclerophytisch (droogte) bos aan te treffen. Kenmerkend is, dat er altijd blad aan bomen en struiken zit. Deze bossen zijn in gematigd warme gebieden te vinden, waarin zowel een wintertemperatuur alsook een zomertemperatuur is te onderscheiden. Xerophytisch bos is onder andere te vinden in het Middellandse-Zeegebied. Ecologisch overeenkomstige vegetaties zijn onder meer te vinden in de maquis rondom de Middellandse Zee, de chapparal in Californië en in de ‘scrub’-vegetatiegebieden van Zuid-Afrika.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in