Tamarindus indica, de tamarinde, is bepaald geen boom, die in ons klimaat zo maar even geplant kan worden. Het is zelfs zeer de vraag of exemplaren gekocht kunnen worden. En wie hem al op de kop kan tikken, zal over een warme kas moeten beschikken. Hoe lyrisch je ook door de tamarinde kan worden, je moet er wel de ruimte voor hebben: een flinke kas van zeker twintig meter hoog.
Tamarinde (Tamarindus indica) in bloei |
---|
Kortom, beter is het om de tamarinde maar in de tropen te gaan bekijken. Of je moet bezeten zijn of raken van deze boom… In landen als Egypte, Libië, Syrië en in het verre zuiden van Turkije komt de boom wel eens als straatboom voor. Het is een boom van de eerste grootte, groenblijvend en uiterst langzaam groeiend. Als de boom eenmaal volwassen is, kun je tenminste zeggen: kijk, daar staat een boom. De tamarinde behoort tot de familie van vlinderbloemigen (Fabiflorae), subfamilie Ceasalpiniacea. Tot deze familie behoren onder andere: Cercis (Judasboom), Gymnocladus (doodsbeenderenboom), Cassia (meloenboompje) en Caesalpinia.
Een tamarinde bloeit in warme zomers vanaf begin juni tot einde augustus. Zowel bloem als vrucht kunnen in die periode gelijktijdig aan de boom zitten. De tamarinde is groenblijvend en komt van oorsprong uit het oostelijke gebied van Afrika. Inmiddels komt de boom ook voor in grote delen van Klein-Azië. In Turkije staat de boom soms in tuinen of is daar verwilderd. De boom is geschikt voor alle grondsoorten, behalve zure grond. Als de boom eenmaal goed is aangeslagen,
De vrucht van de tamarinde wordt om zijn eigenschappen geteeld |
---|
verdraagt hij lange tijd droogte en in ieder geval de vreselijkste hete zon. Nadeel van de boom is, dat hij door wortelopslag kan gaan woekeren.
De vruchten van de tamarinde bestaan uit zoetig vruchtvlees rond de eigenlijke vrucht of zaden. Van het zoetzure vruchtvlees wordt na koken en zeven een siroop gebrouwen. Uit de siroop wordt vervolgens frisdrank gemaakt. De zoetzure saus is ook een bestanddeel van onder andere Worchestershiresaus, een belangrijk ingrediënt in de Aziatische keuken. De ‘bonen’ zijn aanvankelijk groen, maar verkleuren naar donkerbruin. Tamarindus indica heeft kleine, gele bloemen. Over de kelkbladen lopen kleine, oranje of roodachtige strepen. Naast een gele bloemkleur bestaat er ook een soort met witte bloemen. De bloemen staan in tuilen tussen de bladen. De bladen staan tegenover elkaar langs een dunne, gelige bladstengel. Het blad voelt wat leerachtig aan, een aanpassing ten behoeve van extreem zonlicht en droogte.
Het is echt jammer, dat de tamarinde niet geschikt is voor ons klimaat.