Dictamnus albus, vuurwerk in de zomer

0
967

Vuurwerkplant wordt gekweekt om de dichte trossen bloemen, die zomers verschijnen boven het naar citroen ruikend blad. De meeste planten vormen zaden om zich te verzekeren van nageslacht. De rijpe zaden vallen niet ver van de ouderplant of ze worden door de wind over grotere afstanden meegevoerd. Enkele plantengeslachten zijn uitgerust met een ingenieus mechanisme, waarmee zaden worden weggeschoten. Een voorbeeld hiervan is de vuurwerkplant. Bovendien verspreidt de plant een aromatische, vluchtige olie, die bij de juiste weersgesteldheid voor een kort vuurwerkfestijn kan zorgen.

Aan de vuurwerkplant (Dictamnus albus) of vroeger essenkruid genoemd werd door Dodonaeus en Tabernaemontaeus een geneeskrachtige werking toegeschreven. Zo zou het helpen tegen brandende ogen en een reinigende werking hebben op de huid. De vuurwerkplant is verwant aan de familie van de citrusgewassen (Rutaceae). Geslachten van deze familie scheiden etherische oliën uit, die sterk aromatisch geuren.

De vuurwerkplant is er in wit… …en donker paarsrood

Vuurwerk

De naam ‘vuurwerkplant’ heeft de plant te danken aan de vrijkomende vluchtige olie, die door alle delen van de plant wordt uitgescheiden. De tweede naam albus is ontleend aan de witte wortels en witachtige bloemkleur.
Bij windstil weer in de zomer kan er een geconcentreerde oliedamp om de plant hangen, die tot ontploffing kan worden gebracht. Daar is geen pyrotechnische kennis voor nodig. Slechts het ontsteken van een lucifer is nodig om een spetterend (kortstondig) vuurwerk te veroorzaken. Alleen al om deze reden is de plant bijzonder.

In mei – juli bloeit de plant met witte (Dictamnus albus ‘Albiflorus’) of donker paarsrode (Dictamnus albus ‘Purpureus’) bloemen. Na de bloei ontwikkelen zich zaden in markante zaaddozen. Zaaddozen zijn vijfdelig.

De vuurwerkplant eist kalk, warmte en droge voeten

In elke doos zitten, twee apart van elkaar gescheiden, vrij grote zwarte zaden. Bij het rijpen ‘ploffen’ de zaden met een geweldige knal uit de onder spanning staande zaaddozen; het zaad wordt weggeschoten. Hetzelfde doet zich voor bij o.a. Euphorbia lathyrus.

Kalk en zon

De vuurwerkplant groeit van nature op kalkrijke hellingen in Centraal- en Zuid-Europa. In Zuid-Duitsland en Zwitserland is de plant nog in het wild te vinden in open bossen en op droge plaatsen langs akkers en graslanden. Ook als gecultiveerde plant stelt hij als eis: een warme, zonnige standplaats en een kalkrijke, humeuze grond. Zorg er altijd voor dat de vuurwerkplant ‘droge voeten’ houdt. De plant kwijnt weg op een te vochtige standplaats. De vuurwerkplant wordt tot ongeveer één meter hoog. De stengels zijn met klieren bezet. De bladeren zijn oneven geveerd en lijken op die van een es (Fraxinus), vandaar de (oude) naam essenkruid (Dictamnus fraxinella). Aan het uiteinde van elk blad zit een witte punt. Dit is de olieklier. Het aanraken van het blad kan huidirritatie veroorzaken die erger wordt door zonlicht.
Bloemen hebben vijf kroonbladen, daarbinnen staan de (tien) meeldraden. Meestal zijn de kroonbladen paarsrood gestreept (ook bij de witte variëteit).

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in