Uit Zuid-Afrika is de fakkellelie vrij laat in onze streken ingevoerd. Tussen 1870 en 1895 heeft Moench zich met het geslacht Kniphofia beziggehouden. Nog steeds is het hebben van een vuurpijl een bezigheid met wisselend succes. Soms vriest de plant na jaren alsnog kapot. Toch is met wat voorzorgsmaatregelen een vuurpijl, fakkellelie of ‘red hot poker’, zoals de Engelsen hem noemen, goed door de winter te helpen.
Kniphofia bloeit op lange, kale bloemstengels en heeft een aarvormige bloemtros |
---|
Succes met Kniphofia begint al bij het planten. De vlezige, dikke wortelstok moet verticaal in het plantgat worden aangebracht. Ondiep spreiden van de wortels is het begin van wortelrot en langzaam afsterven. Plant de vuurpijl op een warme en zonrijke plaats in de border. Laagblijvende soorten op een onderlinge afstand van vijfenveertig centimeter, hooggroeiende soorten op een afstand van zestig centimeter. Van konijnenvraat schijnt Kniphofia geen last te hebben.
De humusrijke grond moet beslist snel ontwateren.
Aan het begin van de herfst kunnen de lange smalle, zwaardvormige bladeren worden ingekort. Bind de bladeren samen en dek de plant af met een mulchlaag, compost of gevallen bladeren.
Uit de vele Afrikaanse soorten als Kniphofia praecox, Kniphofia uvaria, Kniphofia triangularis, Kniphofia tuckii zijn veel hybriden voortgekomen. Het kleurscala varieert tussen rood, geel en oranje. De rood gekleurde vuurpijlen vragen veel aandacht in de border. Je moet er spaarzaam mee omgaan om te voorkomen dat de overige bloeikleuren van planten niet doodslaan.
Kniphofia is prima te combineren met rondbladige planten als Rodgersia, varens, grassen (waaronder pampasgras, prachtriet (Miscanthus-soorten), vingergras (Panicum).
Soorten en hybriden
Botanische naam | Kleur | Hoogte (cm) | Bloeitijd |
---|---|---|---|
Kniphofia praecox | helderrood | 150 | juli – sept. |
Kniphofia uvaria | citroengeel | 100 | aug. – sept. |
Kniphofia uvaria ‘Grandiflora’ | geel met rood | 100 – 130 | juli – okt. |
Kniphofia triangularis | rood-oranje | 75 | aug. – okt. |
Kniphofia hybr. ‘Alcazar’ | oranjerood | 80 – 100 | juli – sept. |
Kniphofia hybr. ‘Atlanta’ | oranjerood | 125 | juni – aug. |
Kniphofia hybr. ‘Bernock’s Triumph’ | heldergeel | 80 | aug. – okt. |
Kniphofia hybr. ‘Earliest of All’ | oranjerood met geel | 90 | juni – juli |
Kniphofia hybr. ‘Erecta’ | koraalrood | 90 | juli – sept. |
Kniphofia hybr. ‘Jonkheer van Tets’ | oranjerood | 125 | juli – sept. |
Kniphofia hybr. ‘Little Maid’ | geel tot wit | 60 | sept. – okt |
Kniphofia hybr. ‘Percy’s Pride’ | kanariegeel | 100 | aug. – sept. |
Kniphofia hybr. ‘Prince Igor’ | diep oranjerood | 180 | juli – sept. |
Kniphofia hybr. ‘Royal Standard’ | goudgeel met oranjerood | 100 | aug. – okt. |
Kniphofia hybr. ‘Samuel’s Sensation’ | bleek oranjerood | 150 | juli – okt. |
Kniphofia hybr. ‘Wrexham Buttercup’ | warmgeel | 125 | juli – sept. |