Aalbessenjam, aalbessen met room, aalbessenvlaai, aalbessengelei en aalbessensap: wie trekt daar z’n neus voor op? Je kunt toch niet zo maar voorbijgaan aan deze fris gekleurde parels. Zelf aalbessenstruiken houden is verbazend gemakkelijk en de opbrengst van een paar bessenstruiken is enorm.
Dikte en hoeveelheid bessen worden beïnvloed door snoeien |
---|
Bijna elke grond is wel geschikt of geschikt te maken voor de teelt van aalbessen. Het meest in aanmerking komt een humusrijke, zandige en vochtige grond. Lichte zand- en kleigrond moet worden verbeterd met een grote hoeveelheid humus in het plantgat. Compost is heel geschikt, omdat aalbessen van kalk en kali houden. De grond moet luchtig en kruimelig zijn, voordat kan worden geplant. Bijmesten met organische stalmest is aan te bevelen. Ieder najaar is wel een bemesting met organische stalmest nodig. Voor de bloei kunstmest toedienen. Let erop, dat het kaligehalte van de mengmeststof zo hoog mogelijk is. Na de vruchtzetting nogmaals een lichte kunstmestgift geven. De oogst van de meeste aalbessen (Ribes rubrum) is vanaf juli.
Losse struik en snoeien
Bessen houden van zon, maar zeker niet van een winderige of tochtplek. Halfschaduw kan nog net alhoewel de oogst dan wel minder wordt. Er gaat niets boven in de zon gerijpte vruchten. Aalbes kan worden geplant als los staande struik of op rij. De plantafstand tussen struiken bedraagt 1,5 m. Een- of tweejarig materiaal met 4 tot 6 scheuten is een goede uitgangspositie. Planten kan tot half maart, de voorkeur heeft half november.
Na het planten worden in de winter (behalve bij matige tot strenge vorst) de scheuten ingenomen tot een lengte van 25 cm. Snoei op een buitenoog. Aan het einde van het eerste jaar worden in de winter de scheuten gehalveerd. De volgende jaren is snoeien tot op een gewenste hoogte
Aalbes bloeit op sporen of tuiltjes |
---|
nodig. De bloemtrosjes en bessen groeien aan de zijscheutjes en gevormde tuiltjes. Aan de tuiltjes komen de meeste bessen. Tuiltjes of het vormen van sporen krijg je door eenjarige scheuten dicht bij het meerjarige hout af te snoeien. Dichtbij betekent hier: daar waar dicht bij het overjarige hout een concentratie van verscheidene knoppen bij elkaar staat. Knip de jonge scheut iets boven deze concentratie met knoppen af. Een stompje jong hout met knoppen aan het overjarige hout is dan het resultaat. Behalve dat uit de knoppen van het tuiltje het volgende jaar bloemen komen, groeit er ook weer een nieuwe scheut uit. Aan het einde van het seizoen wordt deze jonge scheut weer net zo behandeld: snoei gericht op de vorming van tuiltjes = sporen.
Op stam
Ook dat kan. Het is een leuk gezicht om aalbes(sen) in kuip te houden. Het is handig voor wie een balkon heeft of wie z’n siertuin wil verfraaien met los geplaatste kuipen. Je kunt aalbes op stam gekweekt kopen of zelf op leiden. Op stam gezette aalbes wordt geënt of gegriffeld op een onderstam van Ribes aureum of Ribes odoratum. Wil je het zelf proberen, dan moet een scheut aan een stok worden aangebonden. Heeft deze een hoogte van ca 1 m bereikt, snoei dan de top. De scheuten die vlak onder de top groeien, worden aangehouden; 4 – 5 stuks is genoeg. Alle zijscheuten op de stam worden ’s zomers consequent op vier bladeren gesnoeid. In de winter wordt alles aan de stam weggesnoeid. De manier van snoeien van de topscheuten is verder gelijk aan die van een struik.
Als haag
Als haag geplant levert de aalbes de grootste opbrengst aan bessen op. De
Ook witte aalbessen |
---|
scheuten worden aangebonden aan gespannen draden. De draden worden tussen twee palen gespannen: de eerste draad op een hoogte van 40 cm, de tweede op 80 cm en de bovendraad op 150 cm. De draad kan van gegalvaniseerd ijzerdraad zijn of van plastic versterkt met gevlochten staaldraad. De struiken worden op een onderlinge afstand van 75 cm geplant. Per struik worden 3 – 4 scheuten aangehouden en aangebonden. Na het planten wordt niet teruggesnoeid, alleen getopt. De jonge zijscheuten worden op dezelfde wijze gesnoeid (vormen van sporen/tuiltjes) als van struiken. Om de 3 – 4 jaar worden jonge grondscheuten op geleid om het oude hout te vervangen.
Snoeien en opbrengst
Snoeien beïnvloed de hoeveelheid bessen, de grootte van de bes(sen) en de regelmatigheid van oogsten. Bessen in haagvorm of in snoeren zijn niets anders dan struiken in een platte vorm. Let er bij wintersnoei op dat enkele nieuwe grondscheuten worden behouden. Die moeten later (oud) hout vervangen.
Hier gelden drie vormen van snoeien
: veel hout of weinig hout wegsnoeien of de gulden middenweg.
- Veel hout wegsnoeien: een lage productie is het gevolg, maar wel met grote bessen. Alle zijtakjes worden ingekort. Vruchten aan het kortlot. De groei wordt geremd. Korte snoei.
- Weinig hout wegsnoeien: de zijtakjes worden niet ingekort. Veel bessen van matige tot kleine omvang. De groei van scheuten neemt toe. Lange snoei.
- Gemengde snoei: een beetje van de twee hiervoor genoemde manieren van snoeien. Er worden scheuten (zijtakjes) ingekort om sporen/tuiltjes te vormen en scheuten getopt. In de zomer (juli) worden, afhankelijk van het ras, de jonge scheuten teruggezet op 3 – 6 bladeren.
Witte rassen
Het aantal witte rassen is (nog) niet groot. Bekende en goede rassen zijn ‘Witte Parel’, ‘Witte Geelsteel’, ‘Witte Hollander’. De bessen van deze rassen zijn roomkleurig. Alle rassen rijpen in juli. De witte zijn wat minder zuur dan hun rode soortgenoten. ‘Witte Hollander’ spant de kroon wat betreft de productie en smaak.
Rode rassen
‘Augustus’ | Lange snoei. Vroege oogst. Matige productie. |
Voor vers gebruik en jam. |
‘Erstling aus Vierlanden’ | Lange snoei. Oogst half juli. Goede productie. |
Voor vers gebruik en jam. |
‘Fay’s Prolific’ | Lange snoei. Oogst half juli. Grote bes. | Vers gebruik, gelei, sap. |
‘Jonkheer van Tets’ | Korte snoei. Vroeg rijp. Matige productie. |
Vers gebruik en sap. |
‘Junifer’ | Korte snoei. Oogst half juli. Matige productie. |
Vers gebruik, jam en sap. |
‘Red lake’ | Korte snoei. Oogst half juli. Hoge productie. |
Vers gebruik, jam, gelei, sap. |
‘Rolan’ | Korte snoei. Oogst half juli. Matige productie. |
Vers gebruik, jam. |
‘Rondom’ | Korte snoei. Oogst eind juli. Zeer hoge productie. |
Vers gebruik, jam, gelei, sap. |
‘Roodneus’ | Lange snoei. Oogst in juli. Goede productie. |
Vers gebruik, jam en sap. |
‘Rosetta’ | Korte snoei. Oogst augustus. Hoge productie. |
Vers gebruik, jam, sap, gelei. |
‘Rotet’ | Korte snoei. Oogst begin augustus. Goede productie. | Vers gebruik, sap, gelei, jam. |
‘Rovada’ | Lange snoei. Oogst in juli. Goede productie. |
Vers gebruik, jam, gelei. |
‘Stanza’ | Korte snoei. Oogst midden juli. Goede productie. |
Vers gebruik, jam, gelei, sap. |
‘Prince Albert’ | Lange snoei. Oogst juli – augustus. Goede productie. | Jam, gelei, sap. |
Ziekten en plagen
Amerikaanse kruisbessenmeeldauw (Sphaerotheca mors-uvae). Op jonge scheuten en bessen een witte schimmellaag. Groei wordt geremd. Bij geringe aantasting toppen van de scheuten afknippen en verbranden. Sulphon, Daconil 500 vloeibaar. Bladluizen. Op aalbes komt met name bessenbloedblaarluis (Cryptomyzus ribes) voor. Ze veroorzaken rode, blaarachtige aantastingen op het blad. Honingdauw treedt op. Primicarb, Fleur bladluis, AA Fleur vloeibaar, Spruzit. Bladvalziekte (Drepanopeziza ribes). Ziekte wordt aangekondigd door bruine plekken op het blad gevolgd door voortijdige bladval. Gele bladeren. Eupareen. Bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis). Bladeren verschrompelen, takken sterven af. Oorzaak: witte rupsen in het merg. aangetaste takken weg te snoeien en te verbranden. Bonte bessenvlinder (Abraxas glossulariata). Vraat door witte spanrupsen met zwarte vierkante vlekken, aan bladeren en knoppen. Aantasting voornamelijk in het voorjaar. Bromofos, Fleur Rupsin, Spruzit. Grauwe schimmel (Botrytis cinerea). Schimmelgroei op blad of vruchten. Langdurig vochtig zijn is de oorzaak. Eupareen, Daconil 500 vloeibaar, Vital. Groene appelwants (Ligus pabulinus). Grote en kleine gaten in groeitoppen. Bromofos. Kleine bessenluis (Aphis varians). Blad aan de toppen van de struik kroezen en de scheuten gaan krom groeien. Honingdauw. Primicarb, Vital. Virussen. Overgebracht door onder andere bladluis. Lepelbladvirus kan ontstaan als eerder bessenstruiken op dezelfde plaats hebben gestaan. Blad gaat bol staan door remming in groei langs de bladranden. Ziekte wordt via de grond overgebracht. struiken te vernietigen.
Te bestrijden met:
Te bestrijden met:
Te bestrijden met:
Te bestrijden door:
Te bestrijden met:
Te bestrijden met:
Te bestrijden met:
Te bestrijden met:
Te bestrijden door: