Juni, ook wel zomermaand of weidemaand genoemd, is vernoemd naar de Romeinse godin Juno. Nog andere namen voor juni zijn rozenmaand, braakmaand of onweersmaand. De gemiddelde temperatuur varieert normaliter vanaf om en nabij 17 graden aan zee tot en met 21 graden in het oosten en zuidoosten van het land. In de loop van de zomer worden de temperatuurverschillen kleiner en wordt het overal warmer. Zodoende kan het de aankomende maanden genieten worden van al het moois, dat een tuin te bieden heeft. Overdag een lekker zonnetje en ’s avonds nog lekker warm en zoel genieten op het terras of langs de vijverrand. Maar aan al dat moois gaat natuurlijk ook wat onderhoud vooraf.
Tuin
Inmiddels kunnen de voorjaarbollen (tulpen narcissen enzovoort), waarvan het de bladeren geel zijn geworden, de grond uit. Ze kunnen, eventueel gesplitst en goed schoongemaakt, worden opgeborgen tot aan het najaar.
Bemest de plantenborders, maar doe dit als er regen wordt verwacht. De mest word dan sneller opgenomen.
 |
Gebruik het liefste compost en dierlijk mest. Dit zijn organische meststoffen en goede bodemverbeteraars. Wees voorzichtig met het gebruik van kunstmest. Hiervan komen de voedingstoffen snel vrij, waardoor het risico van overbemesten groot is. Met als resultaat ‘verbrande’ planten. Ze krijgen gele bladeren en verwelken. Zorg er tijdens het uitstrooien ook voor, dat het niet op het (jonge) blad van de planten komt. Dit kan brandplekken veroorzaken.
De klimrozen vormen om deze tijd van het jaar nieuwe takken, die volgend jaar zullen bloeien. Wees er dus voorzichtig mee en bind ze netjes aan. Manoeuvreer ze al naar kale plekken of plekken, waar u oude takken wilt weghalen, dan is de goede groeivorm voor volgend jaar alvast voorbereid. Geef alle rozen na de eerste bloei weer wat extra mest.
Talloze kamerplanten kunnen in de warme zomermaanden naar buiten, zoals de kamerlinde, de ficus, de clivia en de vingerplant. Op een beschutte, ten dele beschaduwde plaats in een border kunnen ze onder andere met pot en al worden ingraven. Dat is goed voor de wortels, in winderig weer vallen ze minder snel om en er hoeft minder vaak water te worden gegeven.
Mooi weer wil meestal zeggen dat het droog is, dan is een verkwikkend zomers ‘regenbuitje’ aan de eind van zo’n warme dag altijd welkom. Dus lekker sproeien, veel, maar dan ook heel veel water per keer is beter dan paar keer een beetje sproeien. Sproei bij voorkeur ’s avonds, dan hebben de planten er het meeste aan. Overdag zal de (zonne)warmte het meeste water snel verdampen. En planten in potten en bakken hebben echt iedere dag water nodig. Doe ook dat bij voorkeur ’s avond.
Het krenten van druiventrossen moet gebeuren om mooie gezonde trossen te krijgen en het bevordert bovendien
 |
de kwaliteit van de vruchten; met wijndruiven is dit niet nodig. De trosjes moeten een mooie, slanke vorm krijgen. De mooiste bessen moeten blijven zitten. Die krijgen door het krenten de kans om goed uit te groeien. Begin aan de bovenkant van de tros (de schouder) met het uitdunnen. Knip steeds lelijke en onvolledig uitgegroeide exemplaren weg. Wacht trouwens niet te lang met het krenten, want als de bessen te groot zijn, is de kans groot de waslaag te beschadigen en die herstelt zich niet meer. De trosjes moeten ongeveer 30 cm uit elkaar hangen.
Ook kunnen lange uitlopers worden ingekort tot op het derde blad of tot op het tweede blad na het tweede trosje. En als vruchtdragende scheuten worden ingekort tot op een lengte van 100 tot 120 cm, vormen ze veel minder dieven. Het aantal scheuten dat geen vruchten draagt, kan worden verminderd, zodat ze niet uitgroeien tot forse takken, die te veel schaduw geven.
Gazon
Een sappig groen en mooi gazon vraagt wat zorg. Het gras moet minimaal eens in de 8 tot 10 dagen gemaaid worden. Het afgemaaide gras kan het beste meteen worden opgeharkt om voorkomt de groei en verspreiding van schimmels en onkruiden tegen te gaan. En het ontstaan van gele plekken door nattigheid. Gebruik voor het opharken altijd een metalen grashark om mosvorming te vermijden. Of gebruik een opvangbak. Aan de meeste 
maaimachines kan een opvangbak voor het maaisel worden gekoppeld. Uw tuincentrum weet, als u de breedtemaat van het messenrondsel opgeeft, welke opvangbak daarbij past. Het maaisel kan worden verspreid onder de heesters in de border, waardoor onkruid geen kans krijgt te groeien. Nog een voordeel is, dat de grond minder snel uitdroogt: na een poosje is er van het maaisel niets meer terug te vinden. Gemaaid gras kan natuurlijk ook op de composthoop.
Als het gazon de afgelopen winter geen compost heeft gekregen, kan er verdeeld over dit lopende groeiseizoen driemaal een samengestelde kunstmest worden gestrooid. Sommige van die mestmiddelen bemesten niet alleen, maar bevrijden het gazon gelijktijdig van mos, zodat open plekken snel weer dicht kunnen groeien. Verticuteer regelmatig en verwijder ook mos en onkruid, want in luchtige bodemstructuur zakt water sneller weg. En in een mooie, dichte grasmat hebben mos en onkruid weinig kans.
Snoeien
Een te dichte of een lelijk uitgegroeide rododendronstruik? Dan is het nu tijd de struik onderhanden te nemen. Sterk terugsnoeien doet ze geen kwaad, ze zijn er goed tegen bestand.
 |
De meeste rododendrons hebben in principe weinig snoei nodig, maar oudere planten groeien soms dicht en sterven daardoor van binnen af door lichtgebrek. Neem altijd dood en ziek hout weg. Knip eventueel ook uitgebloeide bloemen weg, maar pas op met de kleine knoppen, die er al zitten. Dit zijn bloemen in spe voor 2008.
Ook de uitgebloeide bloemen van de camelia, sering en spirea kunnen nu worden weggeknipt. Verwijder uit bloeiende planten altijd en regelmatig uitgebloeide bloemen om de bloeiperiode verlengen.
Liguster en meidoornhagen hebben nogmaals een snoeibeurt nodig. Doe dit voor de langste dag (21 juni). Bladhoudende hagen, zoals taxus, buxus en conifeer, kunnen het beste aan het einde van de maand worden gesnoeid. Snoei het liefste op een bewolkte dag, dan is het risico van verbranding door de zon niet groot.
Vijver
Het plantenonderhoud kan worden beperkt tot het schoon houden en fatsoeneren van de planten. Verwijder lelijke plantendelen en de uitgebloeide bloemen om zaadverspreiding te voorkomen, vooral die van de waterweegbree.
De meeste vissen zijn nu weer zeer actief, geef ze daarom zeer eiwitrijk (30-35%) voedsel. Verwen ze
 |
ook eens met dierlijk voedsel, zoals muggenlarven en regenwormen, ze zijn er gek op.
Het vijverfilter moet tot minstens eind oktober 24 uur per dag en zeven dagen van de week aanstaan. Controleer regelmatig het filter en maak het regelmatig schoon. Een goede watercirculatie bewerkstelligt een optimale gasuitwisseling tussen het vijverwater en de atmosfeer. En een goede watercirculatie zorgt er ook voor, dat schadelijke gassen uit het vijverwater kunnen ontsnappen.
Door warm weer kan op stilstaand water namelijk makkelijk een vliesdunne, vetachtige kaamlaag ontstaan, waardoor de vijver zichzelf langzaam vergiftigt. Een skimmer kan voor een kaamlaagvrij oppervlak zorgen. Een skimmer is een drijvende potje, dat het oppervlaktevuil, zoals blad en takjes, afvoert naar het filtersysteem. Het wateroppervlakte blijft dan vrij van zo’n kaamlaag en blad en het water blijft helder. Controleer ook regelmatig de waterwaarden en corrigeer ze indien nodig.
Soms kan het water in een kleine vijver erg warm worden. Gebruik dan een luchtpompje om het water van voldoende zuurstof te voorzien. Ook zal door warm weer veel water verdampen. Vul daarom regelmatig water bij. Laat het leidingwater niet direct in de vijver stromen, maar doe dit via een plantenzone of moerasgedeelte.
